De regenhoed staat stevig op mijn hoofd
en het is stil op straat…
Er hangt een druppel aan mijn oor.
Er loopt een man voorbij
hij kijkt nog even om, voor hij
de hoek om slaat, en in een flits
zie ik wat bijna al vergeten was.
We liggen met z’n drieën op de buik,
gezichten naar de opening van de tent.
De stortbui maakt onze haren net niet nat.
Die in het midden ligt, leest voor.
Waar is die tijd, waar is dat land
waar alles even, alleen maar
uit een regenbui bestond?
Anna Wiersma, 19- 12-2019