Quarantaine

Bijna niemand kijkt naar binnen.
De voortuin dichtgegroeid
door vlinderstruiken.

Het tuinpad ligt te kreunen onder kruinen.
De dame van de overkant haalt
het linnen weer naar binnen.

De zoon van naast de deur zingt zich zenuwachtig
door de muur een weg naar binnen
en de proefwerkweek moet nog beginnen.

De dochter danst op hoge hakken met de noten mee.
De quarantaine duurt al drie keer zeven dagen.
De wallen worden groter dan de ogen

maar het valt wel mee.
Ik was mijn handen in het water.
Ik blijf roeien tot het bootje zinkt.

Alex Gentjens