Een vel van marmer, soms van steen,
van rimpelige vlakken.
Een korzelige huid,
poriën met mos gevuld.
Met gesloten ogen
in een land
van laat het nu maar even,
laat het nog maar even.
Tranen op een wang,
ze laten sporen na
als groeven in een grot
gekerfd. Mijn God, ik mis je
nu al even lang
als een leven lang.
Ik kan alleen, alleen
maar kan ik naar je kijken.
Alex Gentjens