wat je had willen worden
als ik mijn ogen sluit zei ze
ben ik moeder van een weeshuis
of bestond dat beroep niet?
en mijn moeder ging met haar hand
door het haar van mijn vader
zoals ik zou willen doen
bij mijn dode geliefde
zijn zilvergrijze
Sieth Delhaas
Met de betekenis van het woord
is het als met de vorm
van de eerste letter
hij zigzagt alle kanten op
gericht schiet hij heen en weer
onderzoekt hoeken en gaten
hij staat op scherp
pak je de tweede erbij
dan weet je dat je zigzaggend ook
tot grote hoogten stijgt
maar dat diepe dalen
je niet blijven bespaard
heb je beide
op je rekje bij het scrabblespel
dan gooi je zonder weifels hoge ogen
‘zwervenszat,’t meest in de nachten’
JJS kent niets
van mijn vrolijke zwerversvorm
gestorven in mijn geboortejaar
wilde hij alleen
in zijn gedichten wonen
dakloze dichter
ontroostbare zwerver
van voorbije eeuwen
Novembermaand hoezeer ga je gebukt
onder beelden van duister, dood, verderf,
motregen, takken van een boom gerukt,
verlating, ouden eenzaam op hun erf.
Sombere schrijvers gaan zich te buiten
aan dwaallichten, die, van elkeen vervreemd
angst aanjagen wie op hen mocht stuiten
je vraagt zijn die vertellers zelf ontheemd?
Ik zie november als een maand gevuld
met lange avonden, mooie boeken,
gesloten gordijnen, mezelf gehuld
in wat me zint, desnoods oude doeken.
Met dit wel wat krakkemikkige sonnet,
is november van de somberaars gered
Hij 1 kwam tot mij
vanuit de context van haar
die omstreeks ’t midden van haar dagen
verdwaalde in levens donker woud. 2
Zijn sonnetten
haar geraakt zijn
doen haar rijken naar eigen bron.
Voor het eerst haar woorden
– volkomen zuiver –
breekt haar stem onweerstaanbaar door.3
begint met de regels: ‘ Ook ik ben omstreeks ‘t midden mijner dagen/ verdwaald geraakt in levens donker woud’.
3. Zie: Henriëtte Roland Holst-van der Schalk, Het vuur brandde voort (Amsterdam 1949/1979 3e dr.) pp. 66-67.