In het landschap van de oude meester
waar bomen onder olieverf wortelen 1
zie ik brede rivieren
traag door oneindig laagland gaan 2
We materialiseren
uit vochtig parelende wolken 3
het kleine huis, diep in het bos gelegen
dat ik op geen enkele kaart zie staan 4
Ik lig in een licht dat nog moet komen 5
De laatste wanhopige wesp van het seizoen 6
grijnst minzaam en verdwijnt 7
in veertig kleuren groen 8
Iemand stelt de vraag; 9
Ken je het gevoel 10
er is nog zomer en genoeg? 11
Ik ga vandaag op wereldreis 12
Zwemmen is losbandig slapen 13
Wij zien de wolken drijven 14
Die eenvoud, dacht ik
is voldoende paradijs 15
Astrid Aalderink, augustus 2024
Behalve de titel zijn alle zinnen geroofd.
1 Wyslawa Szymborska Landschap
2 Hendrik Marsman Denkend aan Holland
3 Hannah van Wieringen Speeldrift
4 Herman Posthumus Meyjes In uw ogen
5 Marjolein van Heemstra geen titel (uit Reistijd, Bedtijd, IJstijd)
6 Wibo Kosters Halfpension
7 Hannah van Wieringen Jachtig
8 Sjoerd Kuyper Groen
9 Remco Campert Iemand stelt de vraag
10 Ingmar Heytze Rietveldzit
11 Judith Herzberg Er is nog zomer
12 Silke Reijnders geen titel
13 Paul Snoek Een zwemmer is een ruiter
14 Leonard Nolens Conversatie
15 Elly de Waard Drie kleine vogels levend op de rand van zee en strand
Het is een zaak van alle tijden
waar wij vandaag ons vers aan wijden
Zo…
…zag men de tuinman spoorslags gaan
zich veilig wanend in Ispahaan
…won de schildpad van de haas
“victor sum” 1 dacht langoor dwaas
…bezuurden de koopman en zijn paard
al hinkend ’s mans ongedurige aard 2
Zo zijn er talloze verhalen
van in haastdenken verdwalen
Ook in gezang maar al te graag
gejakker en gejacht, gejaag
“Opzij, opzij!” zong ooit van Veen
We moesten rennen naar het scheen
Snelle zingt nog steeds niet trager
“Zoveel te doen” zong Toontje Lager
Paul McCartney was “In a hurry”
Kinderen voor Kinderen schraapten smurrie
van hun gympen; hondendrollen!
Ach, dat kwam door al het hollen…
Het wordt nu wel een lang verhaal
dus kom ik maar tot de moraal
Is “ontspannen zijn” je wens?
Verdelg het rendier in de mens!
Sprint niet naar het “Land van Ooit”
Kijk naar natuur: Zij haast zich nooit
Een eik is wijs en zal begrijpen
dat zijn eikels zullen rijpen
zonder sapstroom te versnellen
bladerdak rap laten zwellen
In lentetijd denkt vink of kauw
niet: “Help! Vind ik op tijd een vrouw?”
De mens is zoeker, de rups een vinder
Transformeert heel “zen” tot vlinder
Dus:
Scherm je met “een druk bestaan”?
Denk dan even aan Ispahaan…
Daarom zeg ik tot besluit:
“Adem in…’’” en…… “adem uit…
Astrid Aalderink, mei 2024
1 Ik ben de winnaar (Latijn)
2 De Hoefnagel (Sprookje van Grimm)
verstrikt in boze dromen
de pen trillend ter hand genomen
kwijnend kaarslicht, klamme kilte
iets besluipt je in de stilte
een koude windvlaag fluistert
maar als je echt goed luistert
besef je in de duisternis
dat alles enkel denken is
elk met schuld beladen kind
schreeuwt van angst tegen de wind
weet dat wie voor donker zwicht
in feite bang is voor het licht
straalangst wil je overhalen
lispelt: laat mij je betalen
alle schatten van de aarde
schenk ik je, ik ken hun waarde
vrees hem niet, ontsteek je vuur
duister kent geen dag, geen duur
bezit geen enkele eigenschap
verdwijnt als licht verschijnt (de grap)
wanneer je denkmuur wordt geslecht
blijkt donkerte terstond onecht
zal elke kerker, elke cel
ineenstorten in slechts een tel
laat dit aan heel de wereld weten
want we zijn massaal vergeten
hoe engelen ons steeds omringen
ons vragen te dansen, te lachen, te zingen
Astrid Aalderink, januari 2024
Hemelse poëten
De zevende hemel brengt ons samen
Verheft ons in gedichten welbeschouwd
Gevleugelde zinnen die ons overkwamen
Reikend voorbij al wat klein is, amen!
En dorst is alles wat men overhoudt…
Canarische kerst
Terwijl menigeen rond mij een cocktail drinkt
Verdwijn ik langzaam in mijn gedachten
Als de zon die nu achter een palmboom zinkt
Terwijl “Let it snow” uit de speakers klinkt
Dáár kunnen ze hier denk ik láng op wachten!
Astrid Aalderink, december 2023
de dagen waren rekbaar
het elastiek om onze enkels
veerde steeds terug
stekelbaarsjes zwommen
-bestaan ze eigenlijk nog? –
in de glazen beek
verstilden in de stroom
sprookjesvissen waren het
in felrood en turquoise
met drie doornen gekroond
wij klommen in de hoogste bomen
wisten ons veilig, voortdurend
door groene armen omhelsd
in het mangrovebos
zwemmen ongeschubde vissen
rond wortels wuift het zacht
de tijd blijkt een verzinsel
daar komt mijn moeder om de hoek
met tassen, van de markt
ik word opgetild, gedragen
ben terug op lome dagen
zie hoe ze lachte, perziken
en rijpe kersen droeg
hoe de zomer
nooit te laat kwam
de herfst geen dag te vroeg
Eerste strofe: ‘Elastieken’ was in mijn jeugd een spelletje dat vooral door meisjes gedaan
werd.
Vijfde strofe: Stekelbaarsjes hebben geen schubben, maar beenplaten.
Astrid Aalderink, juni 2023