
Aan onze Dichters (m/v)
Wij hopen dat wij, als leden van ons Café, elkaar op deze locatie vaak mogen ontmoeten en elkaar kunnen verrassen, doen verwonderen en ontroeren door inzending van een kolkende stroom van gedichten.
Alle gedichten die normaliter voor een fysieke bijeenkomst worden ingezonden worden nu (behoudens tegenbericht) door het bestuur op Café Online geplaatst. Onze virtuele ontmoetingsplek.
Een hartelijke groet van Joseph – Cees – Tinus
1.
Teveel dode dieren zoeken een plaats
in je hoofd.
Soms lijk je nog even langs te komen,
fiets aan de pui, je gezicht
– ben je thuis? – achter glas.
Alsof we ons hebben vergist;
een streep licht tussen
schors en pijnappel
in het bos in de herfst in de mist.
2.
Nog voor hij had aangeklopt
liet je hem binnen.
Ik gunde je grootser. Een bos tulpen
sterft brutaal en onverschillig;
tafel vlamt rood van het blad,
stelen met hun zwarte pitten dwars
door het plafond richting hemel, hel –
Hoewel. In de achtertuin
– naast de sering –
valt het skelet van je stoel
in onderdelen uit elkaar;
vrijplaats voor de tor,
voor de slak. Voor de spin.
3.
In San Diego vliegen pelikanen,
heeft hij gezegd bij het pakken
van zijn koffer.
Terwijl hij op het strand staat en ziet
hoe hun vleugels klimmen en dalen
als ellebogen schuurt het zout
zachtjes de vliezen van zijn rug,
veegt het de windsels uit zijn kop,
laat hij zijn dode zuster binnen.
Boven in zijn hotelkamer
schrijft hij een ansichtkaart.
“Heelhuids aangekomen”.
Louise Broekhuysen
Seizoenen laten ze niet toe.
Hooguit de kaalslag van januari:
bed, twee stoelen, waterglas; je ogen
lege binnenkanten, je huid
geschilferd als een dode taal.
(bloembollen in de kelder,
met bleke scheuten uitgelopen
in een verwarde poging
zonder licht te groeien; ze ritselden
en wogen bijna niets)
Schuldig kijk ik van je weg,
zoek iets buiten handbereik,
een vloeibaar, nooit verzonnen
woord om schillen in te dopen,
je sappen terug te roepen.
Louise Broekhuysen
Een Boom planten
Een Huus boen
Een Jung tügen
Een Boek schrieven
Een mal twee Meters
Up de Karkhoff
Hans-Hermann Briese (1940)
(vertaald uit het Oost-Fries Platduits door P.B. Kempe)
EEN
Een boom planten
Een huis bouwen
Een kind maken
Een boek schrijven
Een bij twee meter
op het kerkhof
(Een vierdaagse wandeling in de Brecon Beacons en Fforest Fawr, Zuid-Wales, 1992)
Een Steengraf gebouwd nabij Schaapsbeenderen
Een Steengraf gebouwd op een Winderige Plek
Een Steengraf gebouwd waar een Raaf Wegvloog
Een Steengraf gebouwd op de Vloedlijn van een Rivier
Een Steengraf gebouwd na het Rollen van donder
Een Steengraf gebouwd op mijn Kampeerplek
Een Steengraf gebouwd in een Hagelstorm
Walk of Seven Cairns
(A Four Day Walk in the Brecon Beacons and Fforest Fawr, South Wales, 1992)
A Cairn Built near Sheep Bones,
A Cairn Built at a Windy Place
A Cairn Built where a Raven flew off
A Cairn Built on the Floodline of a River
A Cairn Built after a Roll of Thunder
A Cairn Built at my Campside
A Cairn Built in a Hailstorm
Richard Long (1945)
(Vertaald uit het Engels door P.B. Kempe)
Hij staart zijn eerste cirkel aan,
die nederdaalt als zwarte zon,
maar oprijzend als compositie
boven Kura en Tiblisi
schijnt als abstracte maan!
Kruisiging der figuratie?
Richt uit verf verlossing op
een monument voor de profeet,
dan wel voor de Teliani,
rode hellingstroom die beelden stormt
en deert noch zeker weet?
P.B. Kempe,
Uit “Vergedichten” (2021)
o frunzã
verde strãinã singurã
dintr-un copac
negru strãin singur
dintr-o pãdure
neagrã strãina singurã
een blad
groen vreemd alleen
onder een boom
zwart vreemd alleen
in een woud
besneeuwd vreemd alleen
Dumitru Pãcuraru (1955)
(vertaald uit het Roemeens door P.B. Kempe)
Goed ogen in gangbare
termen van boer en land
rubberlaarzen luchtig katoen
als de zon schijnt in daglicht
een tanig droog werkmanslijf
een grote vent stoer met haar
vee graan en groen gewas
een nageslacht gezien
gevraagd gewild en helemaal
bij de tijd in zijn buitenland
Toch doolt een stille schemer
stuwt met straffe dwang
de Mastenbroeker van de ijle trap
naar een diepe kelder in zijn binnenland
voor klappen van een harde hand
klemketens en meesterlijk touw
rood geslagen huid in min veracht
hoe vreemd snoeihard met innig zacht
smeken om genade orgastisch kippenvel
uit ultieme overgave breuklijnen
diep in een offerkelder
bij een boer in Mastenbroek.
Henk van Rossum
Uit: Aan de Man maart 2022
Uitgegeven bij MooiMan Groningen
Vrijwel niemand krijgt roje oortjes
van de uniforme jasjes van Angela
Gelukkig bergt haar regenboog een groot hart
scherp contrast met de opgeblazen föhntoef
die tettert in het wildere westen.
Midas en de muiters dikken en draaien
duiden dag en nacht hun beurswaarde
in het ondermaanse Rijk van de Geldwolf.
Hoe de uilen ook vliegen
Wat de verbeelding ook is
IJdel en eindig het aardse lot.
Bovenmaans is het anders.
Zinloos de zin van goden en geld.
De telescopen zoeken en zien
de aarde als uithoek van het heelal
dat in de verste verten niet
te begapen en te bevatten valt.
Met gloeiende oren verlies ik me
in dit overrompelende perspectief.
Henk van Rossum, april 2019
Wikkels en tijdslijnen
tekenen tijd en toekomst
voor een oude monarch
ver van haar tropenland.
Ooit golfde Brits bevel
over een verkaveld continent
witte pennen overmeesterden
zwarte palmen die eigenzinnig
bleven in zuidwind en zonzin
De oude monarch zwachtelt haar
laatste benen in Engelse traditie
schrijdt voort in verschoonde schijn.
Afrika wordt groter en groter, vliegt
en zwerft op zee, zoekt zwart op wit
een beter bestaan ontdaan
van vreemde overheersers.
Het museum van de tijd krijgt
een Tanganyika-zaal voor kleurrijke
stamoudsten, een ontkroonde troon
en prachtige beelden
schetsen uit latere tijden die komen..
Henk van Rossum, december 2020
Hier, onder een
Nieuw Kunstzinnig
Oud-Deventer dak
Al van meet af aan
Strakke lijnen
Strakke ramen
En de voertaal
Klassiek gymnasiaal
Tempora Mutantur
Et nos in illis
En kijk nu hier
Een nieuwe markt
Sobere pracht
Tot in essentie teruggebracht
In dit Herzien Hieronder
Tonen oude klaslokalen
Eigentijdse talen
getoonzet in nulpuntnul.
Henk van Rossum, februari 2023
Eens, gebukt onder de zware last van tas en leeftijd
schuifelden hier leerlingen, met hoofden vol van Vergilius,
over de marmeren vloeren door de gangen van Het Hegius;
luidruchtig, onzeker of de toets slecht voorbereid.
Cupido’s pijl schieten vanuit een nis, een stoot uit rivaliteit,
humeurig of verliefd maar vooral “pluk de dag” van Horatius
was hun credo, niet beseffend dat de Metamorfosen van Ovidius
het adagium is, dat het gebouw naar de huidige bestemming leidt.
Op de plaats waar de alfa’s, bèta’s en gamma’s blokten in een lokaal
en zich verwonderden over de geboorte van Pallas,
heerst nu de serene rust van een museumzaal.
Geen traditionele bronzen of arcadische taferelen op canvas,
maar non figuratief en vanuit de Nul- beweging is het verhaal
waaraan de bezoeker al zijn zintuigen kan laven in het Eicas.
Bertje van Delden, maart 2023
Deuren ontsluiten,
kreukloos de muren,
geurend naar stijfsel.
De verlaten zaal koestert
pas gestreken kaalte,
verbaast de bezoeker;
hoe verwachting het aanzicht verwart.
Het is niet de nacht
die stilte omlijst,
maar de verwondering
die aannames doet verwateren,
die het witte niets
in je eigen binnenwanden
laat wandelen,
zintuigen beroert,
ogen laat dolen,
zodat het kijken wordt geboren
en bewust zijn samenvalt
met deze museale ruimte.
Bertje van Delden, maart 2023
ik had mijn hele dak blauw gemaakt
met een nieuwe verfsoort
die voortdurend meekleurt met de lucht
zodat het
toen ik aan kwam fietsen
net leek of mijn huis
geen dak meer had
het was toch vreemd
bedacht ik
dat mijn huis dakloos was geworden
terwijl het zich nog best thuis voelde
op deze plek
en ik al lang niet meer
ik stapte over de drempel
sprak mezelf moed in
welkom thuisloze
Ger van Diepen, juli 2022
Je denkt
Het is niets
Maar je wilt het hebben
Je wilt het strelen
Met je vingertoppen langs de omtrek gaan
Het gewicht voelen in je beide handen
Het opgooien en vangen
En te rusten leggen in je bed
Het zou best kunnen
Denk je
Het past gemakkelijk onder je jas
Je neemt het zo mee naar buiten
Als een ongeziene gast
Een verstekeling op de pont
Maar je vermoedt
Dat na een paar passen
Het kermen begint dat uitmondt
In luid gejammer en eindigt
Met een verbeten worsteling
Om de vrijheid
Het zal met een povere plons
In de IJssel verdwijnen
Dan weet je
Het is iets
Als het bezit is, dan gedeeld
Het wil gezien worden en bekeken
Je laat het los
Anders raak je het kwijt
Maar je pleit vanaf nu
Voor de mogelijkheid
Tot aanraking
Ger van Diepen, maart 2023
Stroming geeft richting
Gedragen door stylisten die hun talent
aanboren, bouwen aan ontwerpen
Piet leverde stipte strepen, horizontalen
en verticalen
Lijnen die soms lijken te verdwijnen
Theo diepte diagonalen op
Zijn glas in lood verlichtte Broek en Waterland
Dada verbreedde zijn horizon
Oud stopte harten in Rotterdamse huizen
Hij botste met kleuren
Breuklijnen spleten De Stijl
Gerrit rekende af met zwaarte
Schepte licht en lucht
Dedemsvaart heeft zijn huis, Venetië zijn paviljoen
Stijlen blijven stromen
Stijl vijlt niet

José Hattink
Meer gedichten zijn te vinden in het overzicht Dichters van A tot Z!