
Aan onze Dichters (m/v)
Wij hopen dat wij, als leden van ons Café, elkaar op deze locatie vaak mogen ontmoeten en elkaar kunnen verrassen, doen verwonderen en ontroeren door inzending van een kolkende stroom van gedichten.
Alle gedichten die normaliter voor een fysieke bijeenkomst worden ingezonden worden nu (behoudens tegenbericht) door het bestuur op Café Online geplaatst. Onze virtuele ontmoetingsplek.
Een hartelijke groet van Joseph – Cees – Tinus
in het diepst van
mijn gedachten
ik ben een zwerver
die verzonken
in spelonken
mompelend
een echo zoekt
en die laat klinken
als een kompel doet
(SMS-gedicht = precies 160 tekens)
(naar Willem Kloos: ‘Ik ben een god in het diepst van mijn gedachten’).
Wim van den Hoonaard
Kruispunt.
Kijk, daar loopt zij op die éne weg.
Ontvloden en alleen met loopstok,
wijzend haar de weg er is geen ontkomen aan.
Diep onder haar zakte de aarde ineen.
Het wezen in haar is al wat zij heeft.
Op zomaar een zondagmorgen vroeg
waarin ik mijzelf lezen opdroeg
verzeil ik alras van de nieuwste Kuijer
in zinnen die omgeven met een sluier
zijn
God zag Habel en zijn offer aan
en liet het offer van Kaïn staan
Genesis 4 mijne dames en heren
Hoe deze zinnen te interpreteren?
Kan God slechts zien die in Hem gelooft?
En/of is God een karnivoor, die meer van zwerven houdt,
daar Hij toen al wist dat landbouw tot stadsontwikkeling zou leiden
met de daaruit voortvloeiende hedendaagse milieuproblematiek?
Zwetend in de zomerzon,
turend naar de horizon
smacht ik naar de waterkant:
varen wil ik van het strand
naar het land Utopia…
Eerst nog harde noten kraken:
stutten van versleten daken,
wringen met beringde handen,
treuren om besmeurde graven,
huilen bij verlaten huizen
aan een onbemande sluis.
Nu ik dit alles heb doorstaan
bouw ik mijn dromen verder uit
tot ik de haven binnenvaar
waar fantasie de fictie draagt:
verzorgen van geschoren schapen
met verloren perspectief,
verlangen naar verleidingsriten
van de geurende jasmijn,
vervangen van de winkeldochters
tegen de verveling, en het
staren naar een verregaande
staat van manische ontkleding.
Alleen in mijn verbeelding kan ik wonen.
Geleund over een houten brug
zie ik het groenig wuiven
van onderstroomse planten
Met dieper ogen volg ik dan
gezonken wolken die langs
omgekeerde bomen drijven
Zoveel wereld om me heen:
omhoog, omlaag, het duizelt me
hoe kom ik nu toch thuis?
somewhere in the open
far beyond trusted eyes
thé place finds its way
into my longing mind
since I can walk
through this outer space
your heart must follow
along confronting ways
sure we will stroll
to rest anywhere sound
but nów there’s this call
for memorizing way out
someday you shall see
to make foreign friends
is part of a need
without beginning or end
De zwerver aan de deur vraagt om wat suiker bij de koffie
En of het broodje mag belegd met kaas.
Zijn moeder maakt zich zorgen om haar zoon
Maar kan hem niet bereiken
Het schilderij dat hij me geeft wordt onder bed verborgen
Verhalen rijgen zich aaneen
De koffie laat het koud en nauwelijks te bevatten
Zijn woorden uitgewaaid
De klapdeur van het leven slaat met een zwaai weer dicht
Ik zie hem straks weer komen met een verhaal van licht
Soms is ruimte
ruim te ruim
Blauw maakt zich
een knoopje los
Ruim te ruim
is niets mijn deel
Ik zet de ruimte
naar mijn hand
Navigeer meer
naar de rand
Herhaal mij
Herhaal mij
Herhaal mij
Met de betekenis van het woord
is het als met de vorm
van de eerste letter
hij zigzagt alle kanten op
gericht schiet hij heen en weer
onderzoekt hoeken en gaten
hij staat op scherp
pak je de tweede erbij
dan weet je dat je zigzaggend ook
tot grote hoogten stijgt
maar dat diepe dalen
je niet blijven bespaard
heb je beide
op je rekje bij het scrabblespel
dan gooi je zonder weifels hoge ogen
‘zwervenszat,’t meest in de nachten’
JJS kent niets
van mijn vrolijke zwerversvorm
gestorven in mijn geboortejaar
wilde hij alleen
in zijn gedichten wonen
dakloze dichter
ontroostbare zwerver
van voorbije eeuwen
Ver verwijderd van het heden
Bevond ik mij onvoorbereid
Zomaar in de Hof van Eden
Geheel ontkomen aan de tijd.
Ik lag er op mijn vuistdik bed van mos
En zag dat alles goed was.
Gods glimlach golfde over beemd en bos
En al het andere gewas.
De dieren in een wijde kring
Oogstten mijn vertedering
De tijger at een kropje sla
De leeuw lag bij het lam
Een appel werd verorberd door de slang.
’t Was goed dus ga maar na
Ze waren voor elkaar
En voor de duivel nog niet bang
Er was geluk in overvloed.
Mijn droom zou echter niet lang duren
En het eind is gauw verteld
Aan deze kant van ’t hek
Kwam over ’t grasveld aangesneld
De rode kater van de buren
Met een vogeltje in de bek.
En in ’t land van de Twee Stromen
Lijdt men naar ik heb vernomen
Constant onder bruut geweld.
Alleen wie in een droom wil wonen
Vindt wel weer een onderkomen
Mij rest slechts het hier en nu
Het onbarmhartig heden
En zwerven tot de horizon
Of sterk verzwakt van lijf en leden
Tot waar ik ooit begon.
Nicanor Parra
NO CREO EN LA VÍA PACÍFICA
no creo en la vía violenta
me gustaría creer
en algo —pero no creo
creer es creer en Dios
lo único que yo hago
es encogerme de hombros
perdónenme la franqueza
no creo ni en la Vía Láctea.
Vertaling
Ik geloof niet in de vreedzame weg
ik geloof niet in de gewelddadige weg
ik had graag ergens in willen
geloven – maar ik geloof niet
geloven is geloven in God
mijn schouders ophalen
is het enige wat ik doe
vergeeft u me dat ik het zeg
ik geloof zelfs niet in de Melkweg.
Nicanor Parra (San Fabián de Alico, 5 september 1914) is een Chileense wiskundige en dichter, wiens werken een belangrijk invloed hebben gehad op de literatuur van heel Zuid-Amerika. Hij heeft zich tot “antipoeta” verklaard, wat betekent dat hij de pompeuze dichtstijlen van andere dichters verwierp.
Na lezingen zei hij, “Ik trek alles wat ik gezegd heb weer in.” Een van zijn dichtbundels, Poemas y antipoemas (Gedichten en antigedichten, vert. Bertus Dijk, 1972), heeft een groot invloed gehad op de Beat Generation. In 2011 won Parra de Cervantesprijs voor zijn gehele oeuvre.
Zijn zuster Violeta Parra was een volkszangeres van internationaal belang. In 2011 is er een film over haar verschenen: Violeta se fue a los cielos / Violeta went to heaven
Zal ik je een kopje thee inschenken
En dan vakantie vieren met ons lijf?
Of blijf jij je lentebloem gedenken
Tot ik jou niet meer zie als lekker wijf
Soms zo heet als die knoepert in de lucht
Hou ik naast jou mijn kleren te vaak aan
Terwijl ik feest wil vieren met een zucht
Ja zeg, waar komen kindertjes vandaan?
Maar jouw hemels lichaam maakt vertragen
Van mijn gretigheid tot jouw grote schat
En ik zal ’t op blote handen dragen
Totdat jij in mijn oortje fluistert plat:
Tot ziens zei ik eerder te vaak gedwee
Nu is het tijd voor natte lippen: thee!
Vertaling gedicht: ‘El Ápic’ van Jorge Luis Borges
Niet de nagelaten geschriften van hen
die je angstig aanroept zullen je redden;
Je bent die anderen niet en je bevindt je nu
midden in de doolhof die gevormd is door
jouw stappen. De doodstrijd van Jezus of van Socrates
verlost je niet, noch de machtige gouden
Siddhartha die bij het verstrijken van de dag
in de tuin de dood aanvaardde.
Stof zijn ook de door je hand geschreven
woorden of de uitspraken gedaan
door jouw mond. Het noodlot kent geen mededogen
en de nacht van God is zonder einde.
Jouw materie is de tijd, de eindeloze
tijd. Je bent elk afzonderlijk ogenblik.
grijze draden van sluiers mist
bladeren die vallen
de eerste rijp als glinsterende kristallen
de zomer wordt gewist
als de zwaluwen zijn gevlogen
en de bladeren langzaam sterven
zal de natuur met herfsttinten verven
voordat de aderen verdrogen
de bomen worden kaal
de allereerste vorst
wegen glad als staal
de grond een harde korst
de moraal van dit verhaal?
het is weer tijd voor boerenkool met worst!!
O winterdag met muts en rode wangen
Zo mooi zo mooi ben jij
Jij bent de bron van mijn verlangen
Mijn parelhoen in wintertooi ben jij
Hoe prachtig is zo’n dag
Met zon en lichte vorst
Jij bent voor mij de boerenkool
Ik ben voor jou de worst
O smetteloze winterdag
Van modderspatten vrij
Mijn vrolijke olijke doldrieste
Winterkoningin ben jij
Verleidelijk maar onberekenbaar
Ben jij
Je ontkomt soms op het nippertje
Aan een uitglijder of een slippertje
En Amor in ons knusse huisje
Lacht onverstoorbaar in zijn vuistje
Zo komt in een winters gedicht
Jouw naakte waarheid aan het licht
Mijn vrijpartij mijn glijpartij
Mijn valpartij
Zo’n waaghals en zo’n brekebeen
Verraderlijke winterdag ben jij
Met passie prei en winterpeen
Sla ik ons er wel doorheen
Jij blijft mijn uitverkoren winterdag
Mijn “poesiealbum” komt tot leven
Mijn lief mijn last mijn lach
Met alles wat hier staat beschreven
Al breng je vaak mij in het nauw
Ik blijf je nochtans eeuwig trouw
Omdat ik zoveel van je hou
Ook al verrek ik van de kou
Meer gedichten zijn te vinden in het overzicht Dichters van A tot Z!